Oorspronkelijk is piri-piri een Portugees gerecht waarbij de kruiden in een olie gemixt worden. Maar het is een gerecht dat je ook heel zelf makkelijk kunt maken op een Nederland Slank verantwoorde wijze. En voor kip wist je het zelf natuurlijk al. Zowel warm, als koud als onderweg een topper!
Ingrediënten:
1 portie kipfilet
Peper en zout
2 teentjes knoflook
1 rode peper
1 laurierblad
1 thl paprikapoeder
1 thl oregano
Voor een frisse tomatensalade: tomaat, rode ui, sla en olijven, olijfolie en azijn
Bereiding:
Als eerste bereid je de kip piri-piri marinade zodat deze kruiden heerlijk in elkaar kunnen trekken. Meng de fijngesneden knoflook, rode peper en het laurierblad. Doe er paprikapoeder, oregano en peper en zout bij. Voeg vervolgens olijfolie toe tot er een gladde pasta ontstaat.
Marineer vervolgens de kippendijen met de marinade. Tip: houd wat van de marinade over om later over je gegaarde kip te gieten.
Hoe je de kipfilet bereidt mag je helemaal zelf weten. Grillen, op de BBQ of in de slow cooker. Hoe je het gewend bent of lekker vindt. Serveer de kip met de tomatensalade die je in de tussentijd hebt bereid voor een heerlijke frisse noot in dit pittige internationale gerecht.
Weetje: De piri-piri (Swahili voor rode duivel) is een variëteit of cultivar van de chilipepersoort Capsicum frutescens. De peper komt oorspronkelijk uit Amerika en is door Portugese zeevaarders naar Afrika gebracht. Daar werd het al snel deel van een kruidenmix, ook wel in de vorm van een olie. De Portugezen namen deze uit Mozambique en Angola mee terug naar Portugal waar het nu een populair ingrediënt in de nationale keuken is. Vanuit Portugal begon het zich via Zuid-Afrika en India over de rest van de wereld te verspreiden.