Overgenomen van Natuur Diëtisten Nederland
Tegenwoordig wordt veel aandacht besteed aan de gluten en dat is een hele goede zaak, want veel mensen reageren met diverse uiteenlopende klachten op deze specifieke eiwitten uit granen! Op verpakte voedingswaren wordt keurig aangegeven of een artikel glutenvrij is. De norm die hiervoor gehanteerd wordt is voor Europa bepaald door de EU in Brussel, in de Europese Verordening (voor meer info download deze pdf) staat dat per 1 januari 2012 alle als ‘glutenvrij’ gemarkeerde artikelen beneden de norm van 20 ppm (20mg/kg product) ook daadwerkelijk ‘glutenvrij’ zijn conform deze norm. Of dit voldoende is valt te betwijfelen. Feit is wel dat deze norm in 2008 is verlaagd van 200 ppm (20mg/kg product).
Wat zijn gluten nou eigenlijk?
Gluten is de algemene benaming voor een groep specifieke eiwitten die wordt aangetroffen in de eenzaadlobbige granen uit landbouwgewassen die behoren tot de grassenfamilie.
Met granen worden de zaden van deze gewassen bedoeld en de gluten bevinden zich in het endosperm, het kiemwit ofwel het reservevoedsel van zaden. Deze specifieke eiwitten die we gluten noemen zijn onder te verdelen in twee subgroepen, te weten ‘prolaminen’en ‘gluteninen’ .
Onderstaande tabel laat het aandeel prolamine (gluten) zien ten opzichte van het totale proteïne gehalte van een specifiek graan.
Wil je meer weten over wat voeding voor je kan doen? Vraag dan een gratis consult aan
Graansoorten
Tarwe Kafferkoren (Sorghum) Gerst Rogge Haver |
Prolamine
Gliadine Kafirine Hordeïne Secalinine Avenine |
% van totale proteine
69 52 46-52 30-50 16 |
Bron: glutenfreesociety.com
Gluten geven elasticiteit, luchtigheid en stevigheid aan brood, waardoor het interessant is om het meel zoveel mogelijk gluten te laten bevatten. Hierdoor is het traditionele tarwegewas ‘veredeld’ tot een gewas met extreem veel gluten (tot wel 80% van het totale eiwitgehalte). Traditionele tarwegewassen (ook spelt) bevatten een veel lager glutengehalte, omdat deze soorten niet zijn ‘veredeld’. De meest bekende soort gluten is de Gliadine, omdat deze soort in verband gebracht worden met Coeliakie waarbij patiënten levenslang een glutenvrij dieet moeten volgen om klachten te kunnen voorkomen.
Glutenovergevoeligheid, intolerantie of allergie?
Verschillende termen worden gebruikt om aan te tonen dat een persoon ergens niet goed tegen kan. Het heeft de voorkeur over ‘overgevoeligheid’ te spreken in het algemeen of wanneer de overgevoeligheid nog niet verder gespecificeerd is. Onder ‘overgevoeligheid’ vallen zowel intoleranties als allergieën. Maar wat is nou het verschil? Als u kijkt naar de klachten kunt u moeilijk een verschil aanwijzen tussen intolerantie en allergie omdat de klachten overeenkomen. De oorzaak van intolerantie is met name het ontbreken van een bepaald enzym zodat een bepaald voedingsmiddel onvolledig of helemaal niet wordt verteerd, reacties treden in het algemeen vertraagd op en er is sprake van een drempelovergevoeligheid. Een allergische reactie daarentegen is een immunologische reactie van het lichaam op een bepaald eiwit waarbij o.a. histamine en antilichamen een rol spelen.Glutenovergevoeligheid is een overkoepelende term voor alle klachten die in verband kunnen worden gebracht met een reactie op glutenbevattende granen, waaronder ook Coeliakie.Voor meer informatie over glutenovergevoeligheid is dit een informatief filmpje van The Gluten Free Society (Engels gesproken):
Wil je meer weten over wat voeding voor je kan doen? Vraag dan een gratis consult aan
Waar worden gluten in aangetroffen?
Gluten worden aangetroffen in de graansoorten tarwe, rogge, gerst, spelt, haver, kamut en de producten die ervan worden gemaakt. De meest bekende en bestudeerde glutensoort is Gliadine en deze behoort tot de subgroep prolaminen.Gliadine wordt in verband gebracht met de aandoening Coeliakie een van de uitingsvormen van glutenovergevoeligheid, waarbij mensen een levenslang glutenvrij dieet moeten volgen om klachten te voorkomen. Omdat Gliadine de meest bekende glutensoort is, is hier de meeste informatie over te vinden. Deze soort komt met name voor in tarwe, maar liefst 80%van. Voor mensen die Coeliakie hebben is de Gliadinesoort de grote boosdoener.
Gluten komen niet voor in de ‘niet-graansoorten’ zoals bijvoorbeeld amaranth, boekweit, quinoa en wilde rijst, hoewel deze soorten wel ‘besmet’ kunnen zijn met gluten omdat ze worden verwerkt in dezelfde productie omgeving. Ook (zoete) aardappelen, cassave (tapioca), groenten, fruit, peulvruchten, sojabonen, zaden en noten bevatten geen gluten evenals voeding met een dierlijke oorsprong.Echter voor alle voedingsbronnen geldt dat wanneer daar granen (bewust of onbewust) aan zijn toegevoegd deze producten natuurlijk niet meer glutenvrij zijn. Gluten kunnen voorkomen in ook minder voor de hand liggende producten, denk hierbij aan bijvoorbeeld aan postzegels en het plakrandje van enveloppen.
Wat is Coeliakie?
Coeliakie is auto-immuunziekte die in verband is gebracht met glutenbevattende eiwitten uit granen als bijvoorbeeld tarwe, haver, rogge, spelt en gerst. Deze eiwitbestanddelen geven een reactie in het lichaam waarbij met name het dunne darmslijmvlies wordt aangetast. De zogenaamde microvilli, hele kleine uitstulpingen in het darmslijmvlies waar o.a. enzymen worden geproduceerd en welke zorgen voor een groot absorptie oppervlak, sterven af door in contact te komen met gluten.Het gevolg is dat voedingsstoffen niet meer goed verteerd door gebrek aan enzymen en de opname van voedingsstoffen is verslechterd door een verminderde absorptiecapaciteit van de dunne darmwand. Het klachtenpatroon is zeer divers en specifiek per persoon en loopt uiteen van diarree, botontkalking tot depressie. De enige remedie is het levenslang volgen van een strikt glutenvrij dieet, aangezien een spoortje gluten de darm opnieuw beschadigd, hetgeen niet altijd opgemerkt wordt door de patiënt.
Topje van de ijsberg?
Naar schatting hebben in Nederland zo’n 160.000 mensen Coeliakie, waarvan de meeste van hen, zo’n 135.000 mensen, niet weten dat zij Coeliakie hebben. Maar hoe kan het dat zoveel mensen dit niet weten? Het antwoord op deze vraag is niet eenduidig. Enerzijds kunnen de klachten per patiënt nogal uiteen lopen en daardoor worden deze klachten door behandelaars niet direct in verband worden gebracht met Coeliakie.Anderzijds kunt u met bepaalde klachten ‘prima doorleven’ aangezien het lichaam zich constant probeert aan te passen aan de situatie en aan chronische klachten kan ‘wennen’. En niet in de laatste plaats zijn ook mensen glutenintolerant die helemaal geen klachten hebben.
Welke klachten kun je hebben als je Coeliakie hebt?
Niet alle mensen die de diagnose Coeliakie hebben gekregen, hebben ook daadwerkelijk darmklachten. Dit heeft te maken met het feit dat Coeliakie een systemische aandoening is die alle organen ongunstig kan beïnvloeden, vandaar dat onderstaande symptomen, behalve met het darmstelsel, ook te maken hebben met bijvoorbeeld de alvleesklier, de gewrichten en botten, de huid, de lever, de schildklier en het zenuwstelsel.
Een opsomming van de symptomen die voorkomen:
- Afwijkend ontlastingspatroon: diarree, brijachtige ontlasting of obstipatie
- Algeheel gevoel van ziek zijn
- Bloedarmoede
- Botafwijkingen (osteopenie/osteoporose)
- Botontkalking
- Buikpijn
- Depressiviteit en/of veel huilen
- Gebrek aan eetlust of juist overmatige eetlust
- Gewichtsverlies en ondergewicht
- Humeurigheid
- Klachten aan het zenuwstelsel (polyneuropathie)
- Lusteloosheid
- Misselijkheid en overgeven
- Ontwikkelingsachterstand
- Onvruchtbaarheid
- Opgezette buik
- Slaperigheid
- Slappe spierenSlecht gebit; tandglazuurafwijkingen
- StemmingswisselingenStinkende, zurige en/of vettige ontlasting die in de toilet vaak zogenaamde `‘remsporen’ veroorzaaktTe geringe lengte groei
Te late pubertijd
Verminderde eetlust
Vermoeidheid
Vochtophopingen
Vruchtbaarheidsproblemen
Winderigheid
-
Andere aandoeningen die gerelateerd worden aan Coeliakie:
- AutismeAuto-immuunhepatitisCerebrale ataxie (evenwichts- en coördinatie stoornissen)Collagenose en reumatoide artritis
Depressies
Dermatitis Herpetiformis
Diabetus Mellitus
Neuropathie (meer info)
Schizofrenie
Thyreoiditis -
Hoe wordt de diagnose Coeliakie gesteld?
Hoe komt u er achter of u overgevoelig bent voor gluten? Voor het vaststellen van coeliakie worden een aantal onderzoeken gedaan. Bloedonderzoek naar AGA IgA antigliadine, EmA anti-endomysium en IgA anti-tissue transglutaminase (IgATTGA). Door de slechte opname van voedingsstoffen in de darm komen ook regelmatig lage bloedwaarden voor van hemoglobine, ijzer, calcium, vitamine B12, vitamine A en D.De diagnose coeliakie is pas 100% zeker bij een afwijkend dunne darmbiopt. Met een endoscoop wordt dan een klein stukje weefsel uit de dunne darm weggenomen. Bij coeliakie zijn de darmvlokken een groot deel verdwenen. Na een glutenvrij dieet en na een belasting met gluten worden er opnieuw darmbiopten genomen. Al deze onderzoeken kunnen uitsluitend door een (natuur)arts worden aangevraagd.
-
De behandeling van Coeliakie
Na het stellen van de diagnose bestaat de behandeling bij coeliakie en andere vormen van glutenintolerantie uit het volgen van een glutenvrij dieet. Door de slechte conditie van de darmen komen combinaties met andere voedselintoleranties vaak voor.In de praktijk komen de volgende intoleranties regelmatig samen voor: intoleranties voor koemelkeiwit, lactose (melksuiker), scherpe kruiden en specerijen, citrusfruit, gist, vetrijk en/of suikerrijk voedsel. Begeleiding door een in voedselovergevoeligheden gespecialiseerde (natuur)diëtist is onontbeerlijk bij het opzetten van een individueel aangepast dieet.
Omgevingsfactoren
Tien jaar geleden werd Coeliakie beschouwd als een ziekte die relatief weinig voorkwam. Slechts bij 0,1% van de bevolking. Dankzij betere diagnostische technieken is dat cijfer intussen flink gestegen tot 1%. Men heeft altijd gedacht dat het een erfelijke ziekte is, maar deskundige vermoeden al geruime tijd dat er ook omgevingsfactoren bij betrokken zijn.
Genoemd worden onder andere:
- Het niet ontvangen van borstvoeding.
- Gluten in baby (melk-)producten.
- Verkoudheidsvirussen (deze moleculaire structuren lijken op gliadine, wat een
bestanddeel van gluten is). - Onvolledige vertering van granen waardoor door ontstekingsreacties een zogeheten
‘lekkende darm’ kan ontstaan. - Dysbiose, wat inhoudt een tekort aan beschermende darmflora bacteriën en een teveel aan kwaadaardige, spruwachtige organismen zoals Candida Albicans.
Is er meer aan de hand?
Amerikaanse allergiedeskundige dr. James Braly stelt dat misschien wel een vijfde van de gehele bevolking lijdt aan wat hij ‘gevoeligheid voor gluten’ noemt. Veel deskundigenvinden dat Braly, die zelf aan glutengevoeligheid en coeliakie lijdt, overdrijft.Alarmerend is echter dat de immuunreacties op gluten volgens een stortvloed aan klinische studies, niet alleen in de ingewanden schade aanricht, maar overal in het lichaam schade kan aanrichten.Ongeveer 10% van de bevolking maakt een antilichaam tegen het gliadine-bestanddeel van gluten aan en vertonen toch geen klassieke symptomen van Coeliakie. Dr. Alessio Fasano van de universiteit van Maryland zegt hierover: “Wereldwijd komt Coeliakie buiten de ingewanden 15 keer vaker voor dan coeliakie ín de ingewanden.”
Auto-immuunstoornissen door granen
Uit klinische studies blijkt dat auto-immuunstoornissen zoals artritis, diabetes, leveraandoeningen, astma en bepaalde kankersoorten mogelijk iets met gluten te maken kunnen hebben. Anders gezegd: coeliakie vergroot de kans erop. Marios Hadjivassiliou, verbonden als neuroloog aan het Royal Hallamshire Hospital in Sheffield vond bij patiënten met ‘neurologisch disfunctioneren’ zonder aanwijsbare oorzaak bij meer dan de helft van hen antilichamen tegen gliadine in het bloed. Opmerkelijk was verder nog dat de meesten totaal geen ingewandsklachten hadden.Steeds meer natuurdiëtisten ervaren dat het aantal mensen dat geen tarwe en andere granen verdraagt telkens groter wordt. Het betreft niet alleen tarwe en gluten (tarwe, gierst, haver,rogge) maar ook spelt, boekweit, rijst, amarant e.d.De NDN ziet een duidelijke relatie tussen graanintoleranties en o.a. de volgende klachten: vermoeidheid, diverse soorten huiduitslag, maag-darm-krampen, gewrichts- en spierpijn, hooikoorts, hoofdpijn/migraine, mondblaren, bloedarmoede, suikerspiegel-schommelingen, astma, diarree, winderigheid, verstopping.
Gevoelige IgG 1,2,3,4 antistof-testen laten zien dat meer granen verdacht zijn. Veel natuurdiëtisten genoemd op onze adressenlijst werken met deze testen. Gluten zijn dus het puntje van de ijsberg. We pleiten voor meer serieus onderzoek naar de relatie tussen voeding en allerlei klachten die in de gezondheidszorg nu medicinaal worden behandeld. Als dit dan ook door verzekeringen wordt vergoed, gaat het de goede kant op in de gezondheidszorg. Het biedt een goedkope manier voor mensen om hun gezondheid in eigen hand te nemen. Nog beter gezegd: ‘Elke bewuste hap door de mond maakt u weer gezond’.
Gluten en exorfinen
De term endorfinen hebben we allemaal weleens gehoord, het zijn neurotransmitters die een systeen aansturen, het endorfinensysteem. Deze endorfinen hechten zich op specifieke receptoren en activeren en remmen de werking van o.a. diverse neurotransmitters, hormonen, immuuncellen, ontstekingsstoffen en genen.
Zo zorgt endorfine voor vrijgave van dopamine en insuline en vermindert het allergische reacties. Endorfine is het snelst werkende antistresshormoon, een antidepressivum, natuurlijke angstremmer. Een slecht werkend endorfinesysteem (endorfine resistentie)ervaren mensen als 'iets tekort komen' in het leven en het 'lege' gevoel wordt gecompenseerd met meer eten (vooral 'lege' koolhydraten), harder werken of drugs te gebruiken.
De endorfinereceptoren bevinden zich in het hele lichaam, maar de grootste concentratie bevindt zich in de hersenen, huid, het maag-darmkanaal, de lymfocyten (witte bloedcellen), het beenmerg en ruggenmerg.
Exorfinen zijn morfine-achtige deeltjes uit gluten, maar komen ook voor in zuivel (caseïne), soja en spinazie. Exorfinen zijn opiaatachtige voedingsstoffen die de werking van het endorfinesysteem belasten. Deze opiaat-achtige bestanddelen uit bepaalde voedingsmiddelen hechten zich op de endorfine receptoren, waardoor er ‘geen plek’ meer is voor endorfinen.
In gezonde omstandigheden heeft het lichaam de beschikking over een enzym (DPP-IV) dat deze exorfinen neutraliseert. Door een overmaat aan exorfinen, genetische factoren en omgevingsfactoren die de werking van dit enzym afremmen, ontstaat er een exorfinen overbelasting met een endorfineresistentie tot gevolg. Hierdoor wordt de vrijgave vandopamine en serotonine geblokkeerd. Exorfinen zijn in hoge mate aanwezig in o.a. gluten en melk, maar worden ook geproduceerd door een aantal pathogene micro-organismen.
Mensen met een hoge exorfinen belasting (bijvoorbeeld door het eten van gluten) kunnen allerlei klachten ontwikkelen. In het begin voelt men zich sneller moe, de aandacht verslapt en de motivatie is moeilijker vol te houden. Vervolgens neemt de stress-weerstand af, de suikerbehoefte neemt toe en worden er spierspanningen opgebouwd in het lichaam (fibromyalgie achtige klachten, nek- en/of rugpijn).
Daarnaast kunnen er immuun problemen optreden waaronder inhalatieallergieën, astma en allergieën. Het woord auto-immuunziekten als 'diagnose' krijgen steeds vaker mensen te horen als 'oorzaak' van hun klachtenpatroon:
Psychische kenmerken van een exorfinen belasting | Aandoeningen/stoornissen met een exorfinen belasting |
---|---|
Inprenting- en of geheugenproblemen, brainfog (mistig brein) | ADD, ADHD en ASS |
Sensorische overgevoeligheid | ADD-NOS, ADHD-NOS en ASS-NOS |
Mentale vermoeidheid | CVS, MS, ME, fibromyalgie |
Innerlijke onrust, moeite met tot rust komen | Reumatioïde arthritis arthrose |
Snel geirriteerd en geagiteerd | Kanker (angiogenese proces) |
Stress en prikkelgevoeligheid | Depressie, borderline |
Uitstelgedrag, gebrek aan motivatie | Vasculitis, psoriasis, IgA nefropatie, lupus |
Moeite met het volhouden van de aandacht | Hypo- en hyperarousal |
Impulsiviteit | Onder- en overgewicht |
Moeite met ontspannenen loslaten (spanning, trauma's), piekeren | Astma, luchtwegproblemen (caseïne) |
Moeite met veranderingen en onverwachte of niet-geplande gebeurtenissen | Diabetes type I en II, hyperinsulinemie, insulineresistentie, metabool syndroom, multiple sclerose |
Moeite met nieuwe sociale contacten (goed one-to-one contact) | Ziekte van Parkinson, dementie |
Steeds op zoek naar nieuwe uitdagingen/impulsen | Ziekte van Crohn, IBS, colitis ulcerosa |
Eilandgevoel, het gevoel er niet bij te horen | Candiasis |
Onthechting/hechting problematiek, gevoelig voor afwijzing | Reflux, middenoor ontsteking, maag- en slokdarm ontstekingen |
Dysthemie (verdrietig, teneergeslagen) | Slaapstoornissen, angst en dwangstoornissen |
Anhedonie (vermindering van plezier en voldoening) | Hormonale problemen (menstruatie, onvruchtbaarheid) |
Gevoelig voor afwijzingen | Eetstoornissen, emotioneel eetgedrag |
Neiging tot middelenmisbruik | Psychose, schizofrenie, automutilatie |
Neiging tot dwangmatig gedrag (gameverslaving en excessief gedrag) | Heemverbinding ziekten, chronisch vitamine B12 tekort |
Voor meer uitleg over exorfinen, klik dan hier.