Het voelt zóóó dichtbij – mijn streefgewicht. Vanochtend op de weegschaal: 70,1 kg. Nog precies 2 kilo te gaan dus. Ik ga ontzettend m’n best doen om daar nog te komen vóór m’n vakantie. Legt dan wel weer een enorme druk op m’n schouders om het een beetje zo te houden tijdens de vakantie, maar het scheelt dat mijn reisgenoot ook net 6 kilo is kwijtgeraakt. Fijn om een partner in crime te hebben 😊.
Geen snackdrang meer!
In mijn vorige blog had ik het al over de mentale verandering die ik bij mezelf heb waargenomen - naast de fysieke verandering. Ik moet toegeven dat ik af en toe nog behoorlijke zin heb om eens lekker te ‘snaaien’. Vooral als ik thuis kom van m’n werk en in de weekenden, maar het grote verschil is nu dat ik me bij elke aandrang dwing te denken “voel ik me beter als ik straks dat stuk chocolade/glaasje wijn (of wat dan ook) naar binnen heb gewerkt?” Meestal is het antwoord “nee” want ik weet dat het ik het meest blij word als m’n weegschaal weer minder gewicht aangeeft. Zoals vanochtend dus.
Meten is weten!
Wat ik wel merk en waar ik nu echt aandacht aan moet gaan schenken is het precies afwegen van de hoeveelheden. Daar ben ik een beetje slordig in geworden. Een kipfiletje 15 gram te zwaar? Ah joh, maakt niet uit. Maar het maakt natuurlijk wél degelijk uit. Met het variëren van maaltijden gaat het goed, zo ook met de 5 uur tussen de maaltijdenm daar heb ik allemaal geen moeite mee. Maar ik ben wel blij dat ik van de shiitake af ben, daarvoor in de plaats mag ik nu twee eitjes eten. Beter! Ook met het water heb ik ook geen moeite. Ik turf de flesjes van 0,5 ltr. gedurende de dag en weet zo zeker dat ik altijd m’n minimale hoeveelheid van 2,75 ltr. drink. Op het lijstje schrijf ik ook het tijdstip van ontbijt, lunch en diner en m’n gewicht van die ochtend. Meten is weten!